Artikel: nabestaandenpensioen
bestaandenpensioen
Het vergeten onderdeel van het sociaal plan
Het is altijd pijnlijk te moeten horen dat jouw baan op de tocht staat of dat je niet meer past in het profiel van de toekomstige flexibele medewerker die men voor ogen heeft. Als het goed is heeft de organisatie bij dit soort ingrijpende reorganisaties met de vakbonden (of de OR) een goed sociaal plan als vangnet afgesproken. Maar is dat vangnet wel goed genoeg?
Check eens of er iets is geregeld voor het nabestaandenpensioen. Je weet wel, het gedeelte in de pensioenbetalingen dat bestemd is voor de uitkeringen aan je partner voor het geval je zou overlijden. Ik geef je op een briefje dat waarschijnlijk niet het geval is. Bij de overgang naar een andere werkgever wil er nog wel eens iets staan over het overbruggen van het pensioen ’gat’ van de betrokken medewerker. Maar niets over de gevolgen – laat staan over de compensatie – van het nabestaandenpensioen.
Is dat nou zo’n punt?
Je kunt over je eigen pensioen nog zeggen ‘jammer maar als ik dood ben, kan ik er toch niet van genieten.’ Maar je wilt wel dat je partner goed achterblijft, mocht jouw iets overkomen.
In het verleden bestond het nabestaandenpensioen bij de meeste pensioenregelingen uit een vaste opbouwende spaarpot. Pensioenfondsen besloten tegen het eind van de vorige eeuw massaal deze om te zetten naar een variant op risicobasis, een verzekering dus. Daarbij wordt geen geld opzij gelegd voor de partner, maar wordt een verzekering afgesloten op het leven van de deelnemer. Zolang de verzekeringspremie wordt betaald ontvangt de partner een uitkering bij overlijden. Die keert uit als er op het moment van overlijden nog premie wordt betaald; dus niet als je eerder stopt met werken of van baan wisselt.
De verzekeringspremie kan alleen worden voldaan als je bij het betreffende pensioenfonds aangesloten blijft. Het blijkt niet mogelijk om op vrijwillige basis de premies aan het fonds te betalen. Dus als je (vrijwillig of gedwongen) uit dienst gaat, werk gaat doen binnen een andere sector of werkeloos wordt, kun je niet bij het pensioenfonds blijven en dus ook geen verzekeringspremie betalen. Kortom: dan vervalt de dekking voor het nabestaandenpensioen.
Je partner krijgt alleen het nabestaandenpensioen dat is opgebouwd bij je huidige werkgever en het bedrag dat nog was opgebouwd onder de oude regeling (dus ergens tussen 1995 – 1999). Het is dan ook niet ondenkbaar dat het volledige bedrag dat je dacht te hebben opgebouwd is vervallen en je geliefde berooid achter blijft.
Ik vind dat zeker een punt! En zo zijn er nog een paar.
Dit onderdeel van de pensioenregeling raakt ook direct de partner van de jonge werknemers.
De afspiegelingsregels maken oudere medewerkers extra kwetsbaar. Het is voor hen lastiger om aan werk te komen en zij worden extra benadeeld omdat het verlies aan nabestaandenpensioen behoorlijk kan oplopen
De politiek wil het ambtenarenbestand drastisch verminderen. Steeds meer overheidsorganisaties gaan over tot ‘regievoering’ en outsourcing. Men zet taken op afstand en daarmee ook de medewerkers (mens volgt werk). De ambtenarenstatus biedt geen bescherming. De arbeidsvoorwaarden van de ambtenaar zijn zo gewijzigd dat zij nu ontslagen kunnen worden met een ‘van werk naar werk’ traject van twee jaar. Heb je daarna geen ander werk gevonden, krijg je hier ook mee te maken.
Werknemers die een baan in een andere sector kiezen, zich hebben opgegeven voor een mobiliteitstraject buiten hun eigen sector of mensen die met vervroegd pensioen willen, spelen onvoorzien met de bestaanszekerheid van hun partner. Met deze informatie is het de vraag of mensen zo makkelijk zo’n stap zullen zetten. Daarmee vormt het een belemmering voor de mobiliteit van werknemers.
Hoe op te lossen?
Ik heb wat navraag gedaan. De pensioenfondsen accepteren geen vrijwillige premiebetaling als je niet meer werkzaam bent in hun sector. Bij sommige fondsen is het wel mogelijk om een deel van jouw pensioen om te laten zetten naar een (veel kleiner) nabestaandenpensioen. Dit moet direct bij de wijziging van de werksituatie en je levert er extra voor in.
Werkgevers blijken terughoudend om hierover meldingen te doen en informatie te verstrekken, bijvoorbeeld bij een adviesaanvraag aan de OR. Voor een deel is dat begrijpelijk. Het risico bestaat dat medewerkers het verlies in de uitkering van het nabestaande pensioen gecompenseerd willen krijgen in het sociaal plan. De kosten daarvoor zijn veelal onbetaalbaar!
De ondernemingsraad heeft de verantwoordelijkheid te toetsen of de personele gevolgen van een reorganisatie goed zijn geregeld. Oók op dit vaak vergeten punt.