Belangrijkste topics voor ondernemingsraden uit regeerakkoord (Prinsjesdag) 2024
Veilig werken en ARBO
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft in de begroting een flink bedrag uitgetrokken om te werken aan veiligheid waarbij de Arbovisie 2040 het uitgangspunt is.
Er komt een evaluatie van de Arbo programma’s waarbij er bijvoorbeeld specifiek wordt gekeken naar de opleidingseisen van de preventiemedewerker. Deze hoeft in Nederland nog niet specifiek geschoold te worden en dat is in de meeste Europese landen wel zo. Waarschijnlijk komt hier dit jaar nog uitsluitsel over. Ook wordt er onderzoek gedaan naar de RI&E’s en blijkt nu al dat een op de drie RI&E’s niet voldoen. (Volgens monitor Arbo in bedrijf van de arbeidsinspectie 12 september 2024).
Tot slot onderzoekt het kabinet hoe er nog strengere regelgeving kan komen t.a.v. gevaarlijke stoffen (asbest bijv.) en hoe organisaties hier preventief aan werken. Daarbij wordt er ook ingezet op het tegengaan van agressie en geweld en burn-outs. Gemeten via de PSA (Psychosociale arbeidsbelasting in de RI&E).
De OR heeft instemmingsrecht (artikel 27 WOR) en stimuleringsrecht (artikel 28 WOR) op het gebied van ARBO. Bij de aanstelling van de preventiemedewerker heeft de OR instemmingsrecht.
Minder flexwerkers maar meer vast personeel
Er zijn twee wetten in de maak om meer zekerheid te geven aan werknemers in Nederland; de Wet meer zekerheid flexwerkers en de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar). Daarnaast zal de belastingdienst mogelijk strenger gaan letten op schijnzelfstandigheid en uitvoering geven aan de DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties). De overheid streeft hierbij naar eerlijke arbeidsverhoudingen en meer vaste contracten. Als iemand echt een zelfstandige is moet dat natuurlijk wel mogelijk blijven. Ook komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers. Verder worden de volgende punten meer concreet gemaakt;
- Afschaffing nulurencontract; Het is de bedoeling om het nulurencontract af te schaffen behalve voor studenten, scholieren en uitzendkrachten. Hier moet een basiscontract voor in de plaats komen. Werkgevers zullen dus nog meer moeten nadenken over de planning en benodigde beschikbaarheid en roostering. Dit kan ook gevolgen hebben voor het aannamebeleid van de organisatie.
- Aanpassing van de ketenregeling; Nu is het nog zo dat er in drie jaar drie contracten met tussenpoos van zes maanden mag worden aangeboden. Dit zal worden vervangen voor een administratieve vervaltermijn van vijf jaar. Hiermee is de hoop dat medewerkers sneller een vast contract krijgen en er minder gebruik wordt gemaakt van de zogenaamde ‘draaideurconstructies’. Straks kan niet meer bij CAO worden afgeweken van de ketenregeling. Wel zijn er uitzonderingen voor studenten, scholieren en seizoenwerkers.
- Arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten gelijkwaardiger; Het is de bedoeling dat de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers van de inlener gelijkwaardiger worden aan die van de uitzendkrachten. Ook zal er wettelijk worden vastgelegd wat de duur zal zijn waarbinnen tijdelijke contracten mogelijk zijn.
De OR heeft conform artikel 28 de taak om te waken voor gelijke arbeidsomstandigheden en ook instemmingsrecht als het gaat om wijzigingen in het aannamebeleid. Belangrijk dus om de ontwikkelingen op dit gebied te blijven volgen.
Krapte op de arbeidsmarkt
Het kabinet heeft ook oog voor de krapte op de arbeidsmarkt en wil verschillende maatregelen nemen om dit aan te pakken. Er komt een ontwikkelagenda ‘gelijke kansen’ zodat er een goede match ontstaat tussen werkgevers en werkzoekenden. Werkgevers krijgen ondersteuning bij een objectief werving en selectiebeleid als zij dat willen voor meer gelijke kansen op de arbeidsmarkt.
De maatregelen moeten samen met de samenleving tot stand komen en zal worden opgebouwd uit vijf onderdelen; versterken van de economie, stimuleren van arbeidsparticipatie, verbeteren van de match tussen werkgevers en werkzoekenden, kwaliteit van werk en verhogen van de productiviteit.
De OR heeft conform artikel 28 een taak en plicht in het waken voor discriminatie en gelijke kansen. Mochten er wijzigingen voortkomen uit deze veranderingen in het aannamebeleid dan heeft de OR instemmingsrecht.
Voorspelbaar ondernemingsklimaat en innovatie
Het kabinet vindt het erg belangrijk om aandacht te hebben voor verduurzaming en innovatie en te zorgen voor een aantrekkelijk ondernemingsklimaat. Werkgevers zullen moeten investeren in duurzaamheid en nieuwe technologieën. Om te investeren in groene technologieën komen er mogelijkheden via Invest-NL.
Invest-NL heeft een wettelijk mandaat. In de Oprichtingswet Invest-NL, die in 2019 door de Eerste – en Tweede Kamer is aangenomen, staat: “Invest-NL heeft tot doel om, indien de markt hierin onvoldoende voorziet, bij te dragen aan het financieren en realiseren van maatschappelijke transitieopgaven door ondernemingen en aan het bieden van toegang tot ondernemingsfinanciering” (art. 3 uit ‘Oprichtingswet Invest-NL’)
De OR heeft conform artikel 25 adviesrecht bij belangrijke investeringen in de organisatie en kan natuurlijk ook het initiatiefrecht benutten om de mogelijkheden van investeren bespreekbaar te maken.
Buitenlands personeel?
Werkgevers moeten actief waken voor uitbuiting van buitenlands personeel. Zo zal een uitzendbureau moeten aantonen dat zij zorgen voor goede huisvesting en uitbetaling bijvoorbeeld. Bij arbeidsuitbuiting wordt een werkgever sneller bestraft. Je kunt denken aan het tegengaan van teveel overwerk, slechte huisvesting of onderbetaling. Ook zullen de salariseisen van de kennismigrantenregeling worden verhoogd. Verder zal de expatregeling (belasting voordeel van 30%) omlaag gaan (27% vanaf 2027).
Organisaties krijgen meer mogelijkheden om arbeidsmigranten te huisvesten op eigen terrein en vallen bij eventuele overlast of maatschappelijke kosten onder de verantwoordelijkheid van de werkgever. Komt een arbeidsmigrant buiten de Europese Unie vandaan, zal er een tewerkstellingsvergunning moeten komen (geldt niet voor kennismigranten). Als de arbeidsmigrant voor langere tijd in Nederland werkt dient de werkgever te zorgen voor een Nederlandse talencursus.
De OR heeft adviesrecht bij het groepsgewijs inhuren van personeel en kan tijdens de overlegvergadering aankaarten hoe de contracten met huidige aanbieders is en wat de visie van de organisatie hierop is.
Gevolgen verandering compensatie transitievergoeding bij ziekte
Een werknemer die ziek is kan in principe niet binnen twee jaar worden ontslagen. Na twee jaar ontstaat die mogelijkheid wel en moet de werkgever daarbij een transitievergoeding betalen. Hiervoor kan de werkgever tot en met 2026 nog een compensatie aanvragen bij het UWV maar daarna niet meer. Organisaties met minder dan 25 werknemers in dienst kunnen dit nog wel blijven doen (vanaf 1 juli 2026, en voor hoelang is nog onbekend).
Grotere werkgevers dienen hier dus rekening mee te houden door geld te reserveren (denk aan 1/3 maandsalaris per gewerkt dienstjaar). Het kan ook betekenen dat de werkgever ervoor kiest om het dienstverband ‘slapend’ te maken en de werknemer dus tot aan Aow-gerechtigde leeftijd in dienst is en dus geen mogelijkheid meer krijgt om met de transitievergoeding te zoeken naar een andere baan of zich te laten omscholen.
Er is ook wetgeving in de maak om voor werkgever al bij het tweede ziektejaar iets te kunnen doen in vervanging en vooruitzicht naar de toekomst; het zogenaamde re-integratie tweede spoor. Als de werknemer en het UWV akkoord zijn kan de zieke werknemer dan bij een andere werkgever aan de slag gaan.
De ondernemingsraad kan dit onderwerp eens bespreken bij de overlegvergadering en afstemmen hoe de werkgever hierin staat en wat dit mogelijk betekent voor de begroting.
Specifieke regelingen
Elektrische auto’s krijgen langer korting op wegenbelasting
Mensen met een elektrische auto krijgen ook na 2025 korting op de motorrijtuigenbelasting (25% korting op wegenbelasting). De korting geldt tot en met 2029 en is voor nieuwe en tweedehands personenauto’s zonder uitstoot, zoals elektrische auto’s en auto’s die rijden op waterstof.
Er komt meer geld voor WAZO
Vanwege een toename van het aantal geboorten trekt het kabinet de komende jaren meer geld uit voor de verlofregelingen uit de Wet arbeid en zorg (WAZO). Met name het betaald ouderschapsverlof is in trek.
De Wet arbeid en zorg (Wazo) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals adoptieverlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof, pleegzorgverlof, partnerverlof, betaald ouderschapsverlof (Wazo-Wbo) en de regeling Zelfstandige en Zwanger (Wazo-ZEZ).
Belastingplan gerichte vrijstelling OV-abonnementen duidelijker
De gerichte vrijstelling in de werkkostenregeling (WKR) voor het gebruik van het OV voor zowel privé als zakelijk wordt in de beschrijving concreter en duidelijker in het belastingplan 2025. De werknemer zal de OV-kaart voor zowel het woon-werkverkeer als zakelijke reizen moeten gebruiken als voorwaarde. Registratie van zakelijk en privé gebruik is dan niet meer nodig om in aanmerking te komen voor de belastingvrijstelling.