compensatie pensioenpremie OR
Een ondernemingsraad is volgens de Wet op de ondernemingsraden alleen verplicht om in te stemmen met geen of gedeeltelijke compensatie voor de pensioenversobering, als er sprake is van zwaarwegende bedrijfseconomische redenen.
Dat schrijft Jaap Harmsen, directeur bij Pensioen Perspectief, in het FD.
Vanaf 1 januari 2014 wordt de pensioenleeftijd 67 jaar. Daarnaast verlaagt het kabinet het opbouwpercentage voor pensioenen van 2,25 naar 2,15 procent. Hierdoor ontstaat extra financiële ruimte voor werkgevers.
Volgens Harmsen moet de premievrijval geheel aan de werknemer ten goede komen. "Pensioen is immers uitgesteld loon. Als uitgesteld loon (fiscaal) niet meer is toegestaan, betekent dat niet dat daarmee die (uitgestelde) loonaanspraak vervalt. Die wordt dan vervangen door direct ingaand loon, bijvoorbeeld een lagere eigen bijdrage."
Het is volgens Harmsen voor een werkgever niet makkelijk om hard te maken dat hij er een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang bij heeft om de werknemer de compensatie voor dit uitgestelde loon te ontzeggen. En als er onder de werknemers geen bereidwilligheid is om die aanspraken op te geven, dan hebben zij een goede kans dat zij compensatie kunnen afdwingen.
Uit onderzoek van beloningsspecialist Mercer bleek vorige maand dat werkgevers nauwelijks bereid zijn om de vrijvallende premiegelden uit te keren als extra brutoloon. 13 procent van de werkgevers grijpt de versobering van de pensioenlasten aan om extra loon uit te keren. 48 procent van de bedrijven compenseert de versobering niet, en 39 procent zegt de versobering te zullen verdelen onder werkgever en werknemer.
Bron: OR Informatie, 3 december 2013