Europees parlement eist regels voor reorganisaties
Het Europese Parlement heeft een gedecideerde stap gezet naar betere bescherming van werknemers bij reorganisaties. Volgens sommigen zou het voor ondernemingsraden in Europa wel eens de belangrijkste stap voorwaarts kunnen worden sinds de invoering van de EOR-Richtlijn.
Het Europese Parlement heeft met een overweldigende meerderheid (503 voor, 107 tegen, en 72 onthoudingen) besloten om van de Europese Commissie initiatieven te eisen ter bescherming van werknemers bij reorganisatie. De Commissie is hierdoor verplicht om vóór mei te reageren. Ze moet ofwel met een ontwerp-Richtlijn komen, ofwel met Europese sociale partners gaan praten, óf goede redenen geven waarom ze geen van beide doet.
De grondtrekken van een mogelijke richtlijn zijn al uitgewerkt door de commissie-Sociale Zaken van het Europese Parlement. In het kort: ondernemingen moeten over een meerjarig personeelsbeleid beschikken dat stilstaat bij de verhouding tussen de actuele samenstelling van hun personeelsbestand en hun toekomstige behoeften. Ze moeten de mogelijkheden onderzoeken om de kloof tussen die twee zaken te dichten met bedrijfsopleidingen in plaats van reorganisaties. Concrete reorganisatievoornemens moeten tijdig worden voorbereid, en vergezeld gaan van sociale plannen, waarbij een rol is weggelegd voor de werknemersvertegenwoordiging. Reorganisaties moeten zo min mogelijk ten laste komen van de samenleving.
Kenners van het arbeidsrecht denken dat het initiatief vooral van groot belang zal zijn voor lidstaten in Zuid-, Midden- of Oost-Europa, maar dat de gevolgen daar niet toe beperkt zullen blijven. Naast juridische consequenties zijn er economische gevolgen: de concurrentieverhoudingen binnen de EU zouden door Europese regelgeving minder ongelijk worden.