‘geen gezeik, iedereen wat meer gelijk’
Discriminatie op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat niet iedereen gelijk behandeld wordt en gelijke kansen heeft. Het kabinet wil discriminatie ‘doortastend en volhardend’ aanpakken. Voor Staatssecretaris T. van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is de maat vol.
Nog te vaak komen mensen niet in aanmerking voor een baan of worden onderbetaald op grond van hun leeftijd, migratieachtergrond, geslacht, seksuele gerichtheid of handicap. De Staatssecretaris heeft nu het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2018 – 2021 aan de Tweede Kamer voorgelegd. Het actieplan richt zich onder andere op het bestrijden van discriminatie in sollicitatieprocedures, bij zwangerschap en kent daarbij de Inspectie SZW een stevige handhavende rol toe. Het plan van aanpak is gebaseerd op 3 pijlers.
- Toezicht en handhaving op discriminatie in het werving- en selectieproces. Moedwillige discriminatie moet voelbare gevolgen voor werkgevers hebben.
- Onderzoek en Instrumenten: het ontwikkelen van toepasbare instrumenten voor werkgevers, personeelsfunctionarissen en ondernemingsraadsleden om vooroordelen bij werving en selectie tegen te gaan.
-
Kennis en bewustwording: het stimuleren van kennis over en bewustwording van discriminatie en uitsluiting op de arbeidsmarkt en hoe welwillende werkgevers dit kunnen voorkomen.
Plan van aanpak
In het plan van aanpak is er ook een rol voor de OR weggelegd, vooral op het tweede en derde pijler. Zo wil de staatssecretaris dat er meer kennis en bewustwording komt bij OR-en om discriminatie bij werving en selectie tegen te gaan. Samen met de werkgevers wil men onderzoeken en inventariseren welke HR-acties bijdragen aan een vermindering van vooroordelen bij werving en selectie. Men hoopt hiermee tools en handreikingen te ontwikkelen waarmee werkgevers en OR’en aan de slag kunnen om discriminatie tegen te gaan. De staatssecretaris wil de bekendheid over arbeidsdiscriminatie vergroten en zoekt daarbij duidelijk de samenwerking met netwerken van ondernemingsraden.
Bevoegdheden OR
De OR heeft volgens artikel 28 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) de taak om discriminatie tegen te gaan, te waken voor gelijke behandeling tussen manen en vrouwen en de inschakeling van minderheden te stimuleren. De verruiming van het overlegrecht (artikel 23) verplicht de werkgever om minimaal 1 keer per jaar de beloningsverhoudingen binnen de organisatie met de OR te bespreken. Dit biedt de OR een extra mogelijkheid om ongelijkheid in beloning aan de orde te stellen. Vraag daarbij met name door op het beloningssysteem. De OR heeft immers instemmingsrecht ten aanzien van vaststelling, wijziging of intrekking daarvan.
Ook het aannamebeleid is een onderwerp dat diverse aangrijpingspunten biedt om arbeidsmarktdiscriminatie bespreekbaar te maken en ook op dit punt geldt het instemmingsrecht van de OR voor het vaststellen, wijzigen of intrekken van de interne beleidsregels. De inspectie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft aangegeven strenger te gaan controleren op arbeidsdiscriminatie en kan hierbij boetes uitdelen. Hoe deze zullen uitpakken valt nog te bezien, maar voor de OR lijken mij redenen genoeg aanwezig om gelijke behandeling van (potentiële) medewerkers bespreekbaar te maken met de bestuurder.
Link naar de brief van de staatssecretaris: brief (pdf)
Bron: www.rijksoverheid.nl