Thuiswerken de nieuwe norm? Toch niet zo blijkt uit onderzoek.

Veel werknemers werken uiteraard vaak noodgedwongen thuis tijdens het Corona tijdperk. Dat biedt veel voordelen en medewerkers blijken ook thuis productief. Toch blijken veel werknemers, ondanks het advies van de overheid zoveel mogelijk thuis te werken, druk van de werkgever te ervaren om op kantoor te komen werken.

Onlangs deed ADP (loonstrookverwerker) onderzoek naar de acceptatie van flexibel (thuis) werken. Hieruit blijkt dat 10 procent van de werknemers in Europa zich ongemakkelijk voelt bij het gebruik maken van de mogelijkheden van flexibel werken. Tijdens de Corona uitbraak daalde dit naar 7 procent. Maar één op de vier medewerkers heeft het gevoel gebruik te mogen maken van deze mogelijkheden. Uit het onderzoek lijkt het er ook op dat Nederland achterloopt met de mogelijkheden in flexibel werken en dat is toch verrassend. Bij 17 procent van de bedrijven in Nederland werd nooit flexibel gewerkt (voor de Coronacrisis) in tegenstelling tot 20 procent gemiddeld wereldwijd.

Hier ligt wellicht een mooie uitdaging voor ondernemingsraden. De OR heeft de taak om volgens artikel 28 van de WOR te waken over goede arbeidsomstandigheden. Deze gelden uiteraard ook thuis en een werkgever zal bijvoorbeeld moeten zorgen voor een verantwoorde beeldschermwerkplek als een medewerker meer dan twee uur thuis moet werken. Verder zal de werkgever conform Arbowetgeving zorg moeten dragen voor beleid dat gericht is op goede arbeidsomstandigheden.

Ook zullen er goede afspraken moeten worden gemaakt over aansprakelijkheid Art. 7:658 BW (werkgeversaansprakelijkheid) en kostenvergoedingen (inrichting werkplek en reiskosten).

De OR heeft verschillende bevoegdheden die mogelijk van toepassing kunnen zijn bij thuiswerken. Zo heeft de OR instemmingsrecht bij het aanpassen van werktijden, personeelsbeoordeling. Ook kan het werkoverleg anders worden ingericht en kunnen er systemen worden ingevoerd ter waarneming en controle van personeel op afstand. Deze zijn ook instemming plichtig.

Het adviesrecht kan tevens aan de orde zijn. Te denken valt aan het doen van een belangrijke investering (aanschaf laptops, systemen, etc.) (artikel 25 lid 1 h van de WOR) of invoering van een technologische voorziening (artikel 25 lid 1 k van de WOR).

Soms staan er ook in Cao’s extra bevoegdheden voor de OR t.a.v. het thuiswerken.

Artikel 23 van de WOR geeft de OR ook de mogelijkheid om een initiatiefvoorstel te doen en hierop zal de bestuurder binnen afzienbare tijd schriftelijk moeten reageren. Mocht er geen beleid komen op flexibel werken dan is dit nog een middel dat de OR kan benutten.

Kortom wellicht met een beetje hulp van de medezeggenschap wordt flexibel werken nog  meer de norm.

Bron: ad.nl

Schuiven naar boven